Tja, voor ons is dat geen moeilijke vraag. Je kunt het vergelijken met je kleding wassen op een wasbord en droogpersen met een wringer of gebruikmaken van het automatische wasprogramma van een wasmachine. Maar misschien is deze keuze nog niet zo duidelijk voor jou. Daarom bespreken we drie opties om REST API te implementeren: door volledig zelf te programmeren, gebruik te maken van een framework met programmeertaal of een integration framework.
Natuurlijk kun je ervoor kiezen om zelf REST API te ontwikkelen. Je bent dan veel bezig met de technische kant hiervan. Als je alleen REST wilt afnemen, dan kan dat met een HTTP-call. Een REST aanroepen is vrij eenvoudig: je voert een POST, GET of PUT uit, geeft het bericht door en je krijgt een antwoord. Of niet. Maar wanneer je een REST-service wilt aanbieden, dan komt er heel wat meer bij kijken.
Om een HTTP-call te ontvangen, heb je veel technische kennis nodig. Dit is namelijk complexer dan een HTTP-call versturen. Daarnaast moet je zelf alle randzaken goed inregelen, zoals OpenAPI-documentatie, security, message reliability en andere specificaties. Bovendien verandert de wereld om ons heen, wat betekent dat je zelf je code moet controleren en aanpassen, om bijvoorbeeld veiligheidsredenen. Uiteindelijk ben je ongeveer 90% van je tijd kwijt aan de technische realisatie en maar 10% met de functionaliteit.
Worstel je met een specifiek integratievraagstuk? Of heb je een vraag over bepaalde systemen, applicaties of Integration as a Service?
Tegenwoordig programmeert bijna niemand meer zelf zijn of haar code. Je gebruikt een library als HTTP-server om requests te ontvangen of een applicatieserver. Een bekend framework voor het ontwikkelen van Java-software is Spring en bestaat uit een serie van Open Source-libraries. Die Java-libraries horen bij elkaar en zijn getest, waardoor je er makkelijker mee programmeert. Het is een alternatief op het volledig zelf programmeren, maar alsnog is het grootste nadeel dat de technische en functionele kant met elkaar zijn geïntegreerd.
Weer een ander alternatief voor het zelf programmeren, is het integration framework. Hierbij is de functionele flow losgekoppeld van de technische implementatie. Het is een totaalpakket waarin alle randzaken en technische details, zoals security, performance en documentatie, al geregeld zijn. De focus ligt op het functionele deel: je weet hoe een service eruit moet zien en wat er moet gebeuren. Alle kennis en updates zitten al in het integration framework en dat kun jij hergebruiken.
Met een integration framework is er minder technische kennis nodig en koppelingen (met of zonder transactionaliteit) bouw je eenvoudig zelf. Wanneer bijvoorbeeld een nieuwe klant een bestelling in de webshop doet, dan wil je deze klant aanmaken in het CRM-systeem, de financiële afhandeling doen in het boekhoudprogramma en de voorraad bijwerken in je ERP. Dat is bijna onmogelijk om zelf te programmeren. In een integration framework staat de technische kant al klaar, dus hoef je alleen nog maar de functionele zaken in te regelen. Een framework maakt je uiteindelijk veel productiever.
Het zal geen verrassing zijn dat we liever met een integration framework aan de slag gaan om REST API te ontwikkelen. Ben je benieuwd hoe je een REST API bouwt, test en beheert met ons Frank!Framework? Bekijk dan de video. Wil je hier meer over weten, laat dan je vraag achter of plan een moment in om te chatten met een van onze API-experts.